Het staat alom bekend als de mooiste weg die je in Canada kunt rijden: de Icefields Parkway, die in het westen van Canada in de staat Alberta loopt tussen de nationale parken Jasper en Banff. Tijdens een reis naar Canada reed ik deze prachtige route en vandaag deel ik graag mijn tips onderweg. Want op deze 230 kilometer lange route kun je verschillende geweldige stops maken, zoals bij watervallen, gletsjers en ijsblauwe meren. Gaaf!
Mijn route van noord naar zuid
Ik reed de route van noord naar zuid, onderdeel van een drieweekse selfdrive door West-Canada. Onze reis begon in Vancouver, slingerde eerst over Vancouver Island, daarna via de binnenlanden langs Whistler en Wells Gray en uiteindelijk naar de befaamde Rocky Mountains. Dit is waar de mooiste route van Canada loopt, door een overweldigend natuurlandschap. De beste reistijd voor de Icefields Parkway is tussen 1 juni en 1 oktober, als de temperaturen oplopen, de bergmeren ontdooien en de natuur op zijn groenst is.
Start in Jasper NP
Ons startpunt is Jasper National Park, het grootste nationale park in de Canadese Rockies. Het is wat minder drukbezocht dan populaire buur Banff NP en misschien is Jasper NP juist daarom wel een bezoek waard. Het is een plek waar je beren, bevers en elanden kunt spotten, en activiteiten kunt ondernemen als hiken, kanovaren en mountainbiken. Jasper verdient een eigen blogpost in de toekomst!
Voor nu geldt Jasper NP als vertrekpunt voor onze route. Zoals gezegd is de beroemde Icefields Parkway in totaal zo’n 230 kilometer lang. Officieel heet deze route Highway 93 en als je een beetje doorrijdt, ben je er met zo’n vier uur overheen. Maar needless to say: dat is natuurlijk níet de bedoeling! Eigenlijk is zelfs een volle dag nog niet genoeg om de route eer aan te doen en onderweg mooie stops te maken. Daarom zou mijn tip zijn: overnacht onderweg langs de Icefields Parkway, zodat je heerlijk twee dagen de tijd hebt om alle mooie sights te bezoeken. Tips voor overnachtingsplekken langs de route vind je onderaan dit artikel!
Gave stops langs de Icefields Parkway
Er zijn een boel parkeerplaatsen en uitkijkpunten langs de route, waar vervolgens allerlei wandelpaden beginnen. Ik zet hieronder een aantal van de mooiste plekken voor je op een rij.
1. Athabasca Falls, 30 km
De eerste mooie stop op de Icefields Parkway is bij de Athabasca Falls, als je zo’n 30 kilometer onderweg bent. De waterval zelf is maar 23 meter hoog, maar het is een gaaf gezicht omdat het kolkende water zich een weg baant tussen uitgesleten rotsen en nauwe canyons. Zorg voor een vroege start vanuit Jasper, zodat je de grootste drukte voor bent; probeer er zeker voor 10 uur ’s ochtends te zijn.
2. Sunwapta Falls, 54 km
Ook Sunwapta Falls moet nog te doen zijn voor 10 uur. Vanaf de parkeerplaats kun je in vijftien minuten een rondje lopen om bij de waterval te komen. Ook hier wordt het water door een smalle geul geperst. Het zijn vooral de supermooie uitzichten op de bergen erachter die het een leuke stop maken.
3. Columbia Icefield Discovery Centre, 101 km
Zo halverwege de route passeer je een prachtig stuk waar een gletsjers bijna lijkt neer te dalen op de snelweg. Dit is de Athabasca Glacier, onderdeel van de Columbia Icefield. Het ijsveld bestaat al tienduizenden jaren, hoe fascinerend is dat. Je kunt een bezoek brengen aan het Columbia Icefield Discovery Centre, waar je info vindt over het ijsveld en de gletsjers. Ook is het ’t startpunt van verschillende excursies, zoals het populaire ritje in een megagrote Ice Explorer-bus op rupsbanden die je tot op de gletsjer rijdt. Je kunt deze rit combineren met een bezoek aan de Glacier Skywalk, een glazen platform dat 300 meter boven de gletsjer en vallei is gebouwd, met duizelingwekkende uitzichten onder je. Een kaartje voor deze combi-ervaring van bus en skywalk kost CAD$94 per persoon en kun je boeken op de website van Brewster Canada. Wil je alleen naar de Glacier Skywalk dan kan dat ook, een los kaartje kost CAD$32 per persoon.
4. Wandeling op de Athabasca-gletsjer, 101 km
Voor wie niet alleen naar de gletsjer wil KIJKEN, maar hem ook vooral wil ERVAREN, kan ik een andere excursie aanraden: de Ice Cubed Glacier Adventure. Hierbij ga je met een gids de gletsjer op, met stijgijzers onder voor betere grip en ingepakt in warme kleding. De hike duurt drie uur en onderweg zie je stroompjes smeltwater, ijzige spleten en watervallen die naar het binnenste van de gletsjer verdwijnen. De uitzichten op de omgeving zijn werkelijk fenomenaal. De tour start twee keer per dag, om 10.00 uur en 13.45 uur, tussen 1 juni en 30 september. Het kost CAD$105 per persoon en is geheid het hoogtepunt van je Rockies-avontuur!
5. Parker Ridge Trail, 110 km
Voor wie niet is gaan hiken op de Athabasca Glacier maar toch even de benen wil strekken en wat kilometers wil maken, is daar de Parker Ridge Trail. Het is een wandeling van zo’n vijf kilometer in totaal, niet overdreven lang dus. Plan je bezoek in de vroege ochtend of late middag, als er wat minder toeristen zijn. Je zigzagt twee kilometer lang naar boven, tussen naaldbomen en wilde bloemen. Eenmaal boven op de bergkam heb je aan de andere kant een prachtig uitzicht op de Saskatchewan Glacier, die hier tussen de bergpieken naar beneden zakt. Wow.
6. Mistaya Canyon, 156 km
Vlakbij overnachtingsplaats The Crossing Resort (zie onderaan dit artikel) ligt de Mistaya Canyon. Je loopt er vanaf de parkeerplaats in een halve kilometer naartoe, een afstandje van niks natuurlijk. Het water van de Mistaya-rivier stroomt hier door een smalle kronkelende canyon, een van de mooiste slotcanyons in de Rockies.
7. Peyto Lake, 185 km
Misschien wel een van de beroemdste fotoplekken van de Icefields Parkway: het babyblauwe Peyto Lake. Toen ik er zelf stond kon ik bijna niet geloven dat deze blauwe kleur echt is! Het is ongeveer vijftien minuten lopen tot het houten uitkijkplatform over het meer; daarna kun je nog een stuk langs de rand van de bergkam omhoog lopen, voor uitzichten met minder andere toeristen in de buurt.
8. Bow Lake, 193 km
Slechts een paar kilometer verderop vind je het volgende stunning meer: Bow Lake. Vanaf de parkeerplaats, waar je ook de Num-ti-Jah Lodge vindt (zie accommodaties onderaan dit artikel), kunt je een wandelpad volgen naar de oever van het meer. Heb je zin in een langere wandeling, dan kun je naar de Bow Glacier Falls hiken. Vraag wel even bij de Num-ti-Jah Lodge of het pad goed begaanbaar is, want dat wil soms nog wel eens deels onderlopen als het smeltwater hoog staat. De hike naar de Bow Glacier Falls is zo’n vijf kilometer en onderweg kom je over een aantal mooie houten bruggen.
9. Lake Louise, 230 km
Lake Louise vormt het einde van de Icefields Parkway – of het begin, dat ligt eraan vanaf welke kant je komt natuurlijk. Lake Louise ligt in het beroemde Banff National Park en is een van de hotspots van de Canadese Rockies. Kleine waarschuwing: bij Lake Louise is het druk. Heel druk. Altijd. Het beroemde vijfsterrenhotel Fairmont Chateau Lake Louise staat aan de oever van het meer en maakt een interessant plaatje. Plus de honderden toeristen met camera’s en selfiesticks ervoor natuurlijk, fascinerend werkelijk.
10. Moraine Lake, 241 km
Nou vooruit, ik voeg nog één stop toe die al voorbij het einde van de Icefields Parkway ligt. Voor een iets minder drukke ervaring rijd je vanaf Lake Louise nog elf kilometer verder, naar Moraine Lake. Een prachtig blauw spiegelmeer, tussen besneeuwde pieken en grijze rotswanden. Bij Lake Moraine kun je kano’s en kajaks huren voor CAD$50 per uur; supergaaf natuurlijk om dat typische Canada-plaatje te schieten! Bij Lake Louise kun je overigens ook kano’s huren, maar daar kost het CAD$85 per uur. Een goede reden dus om nog even een stukje door te rijden.
Hotels langs de Icefields Parkway
In de plaatsen Jasper en Banff zijn een boel hotels te vinden. Maar langs Highway 93, de Icefields Parkway dus, zijn de accommodaties dun gezaaid. Er zijn eigenlijk maar vier opties die langs de route liggen – op volgorde van noord naar zuid: Sunwapta Falls Lodge (60 km ten zuiden van Jasper), The Glacierview Inn (bij het bezoekerscentrum van Columbia Icefields), The Crossing Resort Motel (halverwege in Saskatchewan River Crossing) en Num-ti-Jah Lodge (40 km ten noorden van Lake Louise).
Mijn aanrader is absoluut The Crossing Resort Motel. Deze ligt ongeveer halverwege Jasper en Banff en is een mooie plek om de route op te breken. Het ligt ook redelijk dicht bij het Columbia Icefield Discovery Centre, dus ideaal als je ’s ochtends de Athabasca-gletsjer op wilt. Het motel is simpel, maar heeft alles wat je nodig hebt: warme donzen dekbedden, een restaurant en sublieme uitzichten op de reuzenbergen rondom.
Campgrounds langs de Icefields Parkway
Er zijn ook een aantal campgrounds langs de route. De meest centraal gelegen en populairste campgrounds zijn Wilcox Creek en Rampart Creek, vlakbij het Columbia Icefields Discovery Center en Saskatchewan River Crossing. Het zijn allebei eenvoudige campings, zonder douches en zonder mogelijkheid om van tevoren een reservering te maken. Het werkt dus op basis van first come, first served en je moet al vroeg komen om een plekje te bemachtigen. Maar daar krijg je wel onbetaalbare uitzichten voor terug vanuit je camper of tentje!
Heb jij de Icefields Parkway gereden? Of staat hij nog op je wenslijst? Het is een absolute must-see voor wie naar West-Canada gaat!
Dit artikel bevat affiliate links. Meer weten?
5 Comments
Wauw, verbluffend mooi! Overbodig te zeggen dat ik hier graag nog eens naartoe zou gaan ;-)
Jaaaa het is echt een prachtige route. Absoluut een bezoek waard!
Super goede tips! Ik ben nog niet in Canada geweest, maar ik zou graag een keer het westen en het oosten willen bezoeken!
Ik ben alleen in het westen geweest, maar zou daar zelfs nog wel eens naar terug willen! Ik vond Vancouver een erg leuke stad, en op Vancouver Island is het ons helaas niet gelukt om orka’s te spotten dus dat blijft nog op de wishlist staan :-)
werkelijk een prachtige route. Zijn er in 2019 geweest. Ga zeker nog eens terug als dat weer kan!
Tip: Vanaf Lake Louise kun je ook nog een andere weg nemen naar Banff. Dat is de A1. Hier hebben wij onze eerste beer gezien.
Zo leuk! Hier rijdt het ook iets rustiger.