Galápagos: eiland Santa Cruz op eigen houtje

Tijd voor deel twee in de serie: ‘kun je de Galápagoseilanden op eigen houtje doen, met een klein budget?’. Het antwoord hierop heb ik al eerder gegeven: ja, dat kan. Tenminste, als je een tiendaagse trip van zo’n US$1000 ‘budget’ noemt, haha. Maar het hoeft in ieder geval zeker geen duizenden euro’s te kosten. Deze keer neem ik je mee naar het eiland Santa Cruz, vaak gezien als het hoofdeiland van de Galápagos. Ook hier is weer barstensveel te doen en veel activiteiten kosten maar een beetje of zijn zelfs gratis!

Wat is er te doen?

Santa Cruz is voor veel mensen het eiland waar ze hun Galápagostrip starten. Dat komt omdat de grootste luchthaven van de Galápagos op het eiland Baltra ligt, een piepklein eiland dat alleen bestaat uit een luchthaven en door slechts een kanaal van Santa Cruz gescheiden is.

Even tussendoor: misschien vraag je je nu af waarom ik dan eerst een artikel geschreven heb over eiland Isabela, en daarna pas over Santa Cruz. Nou, dat zal ik je zeggen: omdat je als doe-het-zelver beter op de dag van aankomst meteen kan doorreizen van Santa Cruz naar Isabela. Die eerste dag is toch al een reisdag, en na de vlucht kun je meteen de middagferry pakken die je naar Isabela brengt. Op die manier kun je efficiënter eilandhoppen en verlies je later niet weer een reisdag. Kleine tip van de insider ;-)

Goed, Santa Cruz dus. Het heeft een hoogland waar vaak een vochtige mist tussen de bomen hangt. Maar waar ook een heleboel gigantische schildpadden vrij rondlopen door de grassige velden. Tof! Verder vind je er aan de kust mooie stranden, natuurlijk weer een boel wildlife en is de hoofdstad Puerto Ayora een gezellig plaatsje vol winkels, restaurants en zelfs een straat vol streetfoodkramen. Zeker een bezoek van drie dagen waard, zou ik zeggen! Wij waren er twee dagen en vonden dat net te kort; een dagje extra zou het wat relaxter gemaakt hebben. En zoals ik in mijn kostenpost al schreef: een extra dag op de Galápagos is niet zo duur; het zijn vooral de vlucht en de entreekosten die een bezoek aan de Galápagos duur maken. Dus als je er dan eenmaal bent, blijf dan vooral wat langer en wees niet bang dat je hiermee je budget opbrandt. Sterker nog, hoe langer je blijft, hoe meer je dagbudget naar beneden gaat, omdat je immers meer dagen hebt om de hoge vluchtkosten over te spreiden.

En wat kun je dan allemaal doen op Santa Cruz? Ik zal hieronder een paar leuke excursies beschrijven die allemaal zo’n halve dag in beslag nemen. Daarnaast kun je ook gewoon lekker door Puerto Ayora slenteren en is zeker een bezoek aan de vismarkt heel leuk. In Pelican Bay wordt ’s ochtends vroeg én rond een uur of vijf ’s middags de vis binnen gebracht en schoongemaakt. Een leuk schouwspel, want alle pelikanen uit de wijde omtrek komen op dit moment bedelen om een stukje vis! Wij gingen ’s middags rond een uur of vijf, want we zijn niet van die vroege vogels (…. pun intended, haha) en er waren wel twintig gigantische pelikanen die geduldig wachtten op wat restanten, geweldig. Je kunt ook een bezoek brengen aan het Charles Darwin Research Station, een instelling die onderzoek doet naar de reuzenschildpadden. Hier vind je een heleboel info over deze kolossen en er is ook een broedcentrum.

Halve dag: fietsen door de hooglanden voor US$17 p.p.

Ik vind het heerlijk om in het buitenland een fiets te huren en een beetje vrij rond te touren door een mooie omgeving. Zeker als ik op een plek ben waar georganiseerde excursies heel duur zijn, maar je ook een doe-het-zelf programma in elkaar kunt zetten met een fiets! Op Santa Cruz vind je in Puerto Ayora meerdere winkels waar je een fiets kunt huren. Wij betaalden US$10 per persoon voor een halve dag fietshuur, en daar kregen we stevige en goed onderhouden mountainbikes voor. De leukste trip per fiets is door de hooglanden van Santa Cruz, langs reuzenschildpadden en rancho’s. Nu betekent ‘hoogland’ dus wel dat er een flink hoogteverschil zit tussen het binnenland van Santa Cruz en de kust. En ehhhh, ik vind fietsen heel leuk, maar ik vind heuvel-op-fietsen echt enorm vreselijk stom. Dus daar bedachten we wat op! In Puerto Ayora vind je rondom het centrale plein meerdere taxi’s die de vorm hebben van een pick-up met laadbak. Dus we hebben hup, de fietsen achterin een taxi gegooid, en hebben ons voor US$8 naar Santa Rosa laten brengen, midden in de hooglanden. Ideaal! De beste $8 die we hebben uitgegeven denk ik ;-)

Vanaf Santa Rosa zijn we richting de Rancho Primicias gefietst, een privé-terrein waar een boel reuzenschildpadden wonen. Alleen de fietstocht er naartoe was al prachtig! Door het groene hoogland, ondertussen schildpadden spottend in het gras. Wow wat een machtige beesten zeg! En ze poseren met alle liefde voor een foto, haha. Vlak voor Rancho Primicias kom je ook nog langs lavatunnels die links van de weg liggen, en waar je aan de ene kant erin kunt lopen en na een flinke glibberige klim en buikschuifpartij (want laag rotsplafond) kom je dan aan de andere kant de tunnel weer uit. Bij de rancho zelf (entree US$3) vind je in een mooie rustige omgeving nog een boel reuzenschildpadden. Hoewel ik eerlijk moet zeggen dat ik de ‘wilde’ exemplaren onderweg interessanter vond dan die bij de rancho, vooral omdat ze in de velden gewoon lekker vrij rondscharrelen.

Halve dag: zwemmen en snorkelen bij Las Grietas voor US$6 p.p.

Vanuit de haven van Puerto Ayora kun je een watertaxibootje nemen naar de overkant van de baai, naar de pier bij het Angermeyer Waterfront Inn hotel. Hier begint een wandelpad van zo’n kleine kilometer naar Las Grietas, een soort scheur in de aarde waar zeewater heel ver landinwaarts kan stromen tussen twee hoge rotswanden. Het water is hier knalblauw en glashelder en het is een mooie plek om te zwemmen en snorkelen. Wel een piepkleine waarschuwing: het water is kkkkkkoud! En als je het leuk vindt om een avontuurlijke klauterpartij te doen: aan het einde van het eerste waterbassin kun je over de rotsen heen klimmen naar nog meer bassins die erachter liggen. Maar de rotsen zijn heel scherp, zorg dus dat je dan schoenen meeneemt die nat mogen worden en die je aan kunt trekken. Op blote voeten is het echt niet te doen – en yes, I did try. Deze DIY excursie is overigens echt een koopje: de watertaxi kost US$0.80 per persoon per ritje en de entree voor Las Grietas is gratis. Als je niet je eigen snorkel mee hebt, kun je ter plekke voor US$4 een snorkel huren.

Halve dag: luieren in Tortuga Bay voor US$0 p.p. (juist ja, gratis dus!)

Vanuit Puerto Ayora kun je al lopend naar het beroemde strand Tortuga Bay. Het is een flink stukje stappen, toch wel zo’n drie kwartier tot een uur denk ik. Maar vanaf het entreehuisje – waar je alleen even moet registreren; de entree is gratis – loop je over een mooi pad langs allemaal typische opuntia’s, een soort cactusachtige bomen. En de uitzichten over de kust zijn supermooi. Tortuga Bay bestaat uit twee stranden; de eerste heeft een geweldig zandstrand, maar een te sterke stroming om te zwemmen (je kunt er wel goed surfen). Het tweede strand is bestaat uit een beschutte baai met mangroven, waar je ook kunt snorkelen en kajaks kunt huren. Leuk voor een actief uurtje! Zoals overal op de Galápagos spot je ook hier weer hele kuddes zeeleguanen. Altijd leuk voor een fotoshoot, haha.

Bonus: dagtrip naar een onbewoond eiland voor US$100 tot US$150 p.p.

Mocht je wat geld over hebben en iets gaafs willen doen, dan kun je vanaf Santa Cruz verschillende dagexcursies boeken naar eilanden in de buurt. Meestal zijn dit onbewoonde eilanden waar het wildlife echt nog volledig ongestoord z’n gang gaat, bijvoorbeeld Santa Fé, Bartolomé, North Seymour of South Plaza. Deze eilanden kun je alleen bereiken per boot en onder begeleiding van een officiële natuurgids van het nationale park. Wij hebben het uiteindelijk niet gedaan omdat het ons budget wat te buiten ging, maar het zou een mooie toevoeging zijn aan je Galápagostrip.

Waar slapen?

Wij sliepen in een fijn middenklasse hotel – door het tourbureau die onze accommodaties heeft geregeld werd het hotel aangeduid als budget, maar gezien onze eerdere eerdere hotels zouden wij deze toch echt bestempelen als middenklasse. Bed & Breakfast La Peregrina kost US$75 per nacht inclusief ontbijt en ligt pal aan Pelican Bay, aan de overkant van de weg van de vismarkt (en nee, die ruik je niet hoor). De kamers zijn relaxt, met een balkon met buitenzitje en in een fijne tuin. Onze kamer had zelfs een bad, hiehaaa! Op Santa Cruz zijn overigens ook genoeg opties aanwezig die goedkoper zijn; sommigen zijn niet online te vinden, maar als je in Puerto Ayora door de achterstraten loopt, een paar blokken vanaf de boulevard, kun je op de bonnefooi zeker een prima kamer van US$30-US$40 vinden.

Waar eten?

Hier werden wij als budgetreizigers het allerblijst van: op Santa Cruz heb je een straat die ’s avonds wordt omgetoverd tot heuse streetfoodmarkt. Ook overdag kun je hier trouwens prima lunchen. Vis, kreeft, octopus; alles ligt buiten uitgestald op ijs en wordt vers voor je op de grill gegooid. Hetzelfde lekker eten als in de chique restaurants aan de boulevard, alleen dan voor een derde van de prijs. Een tip die je nog meer geld bespaart: vraag tijdens lunchtijd wat het ‘almuerzo del día’ is, en ga ’s avonds voor de ‘merienda’. Dit zijn de menu’s van de dag, met verse vangst en elke dag iets anders. En de prijs? Een daglunch kost maar $4 en een dagdiner $5. En dan krijg je garnalen in kokossaus met rijst, of gegrilde vis met rijst en bonen, of als je niet van vis houdt is er ook kip te vinden. Plus een soepje vooraf en een drankje erbij. Top! Ik krijg zelfs al weer een beetje trek nu ik erover schrijf, haha, zo lekker was het eten daar. Wij gingen hier werkelijk elke lunch en elke avond heen, zonder het eten zat te worden want er is gewoon elke dag weer nieuwe keus in de dagmenu’s. Je vindt de eetstalletjes in Charles Binford Street, aan de kant het dichtst bij de haven.

Hoe kom je er?

Tja, per vliegtuig dus. Er gaan geen boten van het vasteland van Ecuador naar de Galápagos, in ieder geval geen boten die je als toerist mag gebruiken. Het toerisme naar de Galápagoseilanden is strict gereguleerd en dus moet iedereen via de luchthavens het nationale park binnen reizen. Vanaf de luchthaven van Baltra neem je eerst een gratis shuttlebus naar de haven in het Itabaca-kanaal, vervolgens steek je met een boot het kanaal over en aan de andere kant kun je kiezen of je per taxi of per openbare bus doorrijdt naar de hoofdplaats Puerto Ayora. Deze tocht heb ik ook beschreven in mijn artikel over Isabela – omdat wij zelf vanaf de luchthaven direct door zijn gereisd naar Isabela en dit qua efficiëntie een hele goede beslissing was.

Tussen Santa Cruz en Isabela gaan snelle speedboten, net als tussen Santa Cruz en San Cristóbal. Deze boten kosten US$30 per ritje per persoon en ze doen er zo’n twee uur over. Tip: als je snel misselijk wordt op een boot, is het aan te raden een pilletje te nemen tegen zeeziekte. Je scheurt over de open oceaan en de golven kunnen soms nogal flink zijn, en dan gaat de boot erg op en neer.

---

Verder lezen?

– Algemeen: Galápagos on a budget – is het mogelijk?

– Deel 1: Galápagos: doe-het-zelf-programma op eiland Isabela

– Deel 3: Galápagos on a budget: DIY op eiland San Cristóbal

Dit was ‘em, het tweede deel over de verschillende Galápagoseilanden en wat je daar allemaal kunt doen – met een klein budget. Heeft iemand al plannen die kant op? ;-)