Mijn goedkoopste reisbestemming ever: Nepal

We zijn op dit moment in Bolivia en hier proberen we keurig op ons geld te letten, zoals we in Ecuador ook al deden. Ik maak voor elke reis altijd een dagbudget, zodat we ongeveer weten wat we op een dag kunnen uitgeven. Zo ook tijdens mijn reis naar Nepal, enkele jaren geleden. Ecuador & Bolivia zijn geen dure bestemmingen, maar potverdie wat was Nepal goedkoop! Tot op de dag van vandaag is het mijn goedkoopste reisbestemming ever. Ik neem je even mee naar mijn uitgaven in Nepal!

Regel van vierden

Meestal hanteer ik op reis de regel van vierden: een kwart van het dagbudget gaat naar accommodatie, een kwart naar eten & drinken, een kwart naar transport en een kwart naar excursies en uitjes. Op bijna elke reis blijkt deze formule behoorlijk goed te kloppen! In ieder geval wel voor de ‘standaard’ van reizen die ik hanteer: de wat betere budgethotels (of de laagste regionen van middenklasse hotels, het is maar net hoe het uitkomt), transport per openbaar vervoer en georganiseerde excursies alleen daar waar je het niet gemakkelijk zelf kunt regelen.

Dagbudget: €25 per persoon per dag

In totaal gingen we drie weken op reis, met vlucht uit-en-thuis was het een trip van 23 dagen. Precies lang genoeg om de afwisseling van Nepal te kunnen beleven: levendig en kleurrijk Kathmandu, een trekking door het Annapurnagebergte, relaxen in de jungle van het Chitwan National Park en wandelen door de Kathmandu-vallei. Wow. Het dagbudget had ik van tevoren bepaald op €25 per persoon per dag, aan de hand van reisverslagen die ik had gelezen en met info uit bijvoorbeeld de Lonely Planet. Wat onze uitgaven uiteindelijk waren: €587 per persoon, oftewel €25,50 per persoon per dag. Well done dus, zou ik zeggen! :-)

Accommodaties

We sliepen doorgaans in guesthouses, oftewel simpele familiegerunde hotelletjes, in een kamer met een tweepersoons bed en eigen badkamer. Vanwege onze budgetinstelling hadden we niet altijd warm water en soms liet de zachtheid (of juist hardheid) van het bed wat te wensen over. Maar als een kamer €7 kost, kun je eigenlijk nauwelijks klagen, toch? Onze goedkoopste kamer was in Bandipur, waar we in het Newa guesthouse sliepen, in een superschattige kamer met houten balken en openslaande luiken naar de hoofdstraat. Zonder eigen badkamer deze keer, maar er sliepen verder geen andere gasten in het guesthouse en dus hadden we de badkamer op de gang alsnog voor onszelf. Kosten van de kamer: €3 per nacht. Tja… Dat soort prijzen geloof je toch bijna niet! Onze duurste overnachting was in The Last Resort, een heel relaxt tentenkamp vlakbij de grens met Tibet, aan de Kathmandu-Lhasa route. Hier staan een stel comfortabele safaritenten midden in de prachtige natuur. Je kunt het resort alleen bereiken per wiebelige hangbrug – niet geschikt voor mensen met hoogtevrees! Wel voor daredevils overigens, want deze brug is de populairste bungyjumpspot van Nepal.

Eten & drinken

Het nationale gerecht van Nepal is ‘dal bhat’, een combi van rijst met linzen, vaak vergezeld van een portie verse spinazie. Best smakelijk, hoewel de goedkoopste varianten nogal waterig kunnen zijn. En na een week dal bhat begint je lichaam langzaam te snakken naar een portie spaghetti of een pizza… haha. Gelukkig zijn er in de grote steden Kathmandu en Pokhara een boel internationale eettentjes te vinden, waar je je honger kunt stillen. Niet heel authentiek, maar soms wel écht heel lekker. Verder lijkt de Nepalese keuken erg op de Indiase: curries, veel rijst, naanbrood en een feest voor vegetariërs. Ook vind je hier de allerlekkerste drankjes: lassi, een soort drinkyoghurt met vers fruit, en chai, een kruidige thee die gedronken wordt met veel melk. Als je veel Nepalees eten en drinken bestelt, kun je voor een paar euro per dag al perfect eten en drinken. Een bord dal bhat kost soms maar een euro, en voor 50 cent krijg je er een vers gemaakte lassi bij…!

Transport

Wie in Nepal gebruik wil maken van het openbaar vervoer, komt al snel de toeristische Greenline-service tegen. Deze supercomfortabele bussen rijden op de route tussen Kathmandu-Chitwan-Pokhara-Kathmandu en voor zo’n €18 heb je een kaartje voor de zeven uur durende rit van Kathmandu naar Pokhara. Dan krijg je er airconditioning, lunch én wat ‘peace of mind’ bij. Het kan echter ook goedkoper: op werkelijk elke denkbare route in Nepal rijden ook gewone lokale bussen, vaak bontgeschilderde gevaartes met veel roest, piepende vering en lekker volgeladen met mensen, dieren en spullen. Een heel avontuur op zich! Een kleine waarschuwing is wel op zijn plaats: hoog in de bergen van Nepal zijn dit soort lokale bussen niet aan te raden. Het percentage verkeersongelukken ligt hoog en zeker op kronkelige bergwegen langs steile afgronden zou ik me hier niet aan wagen. Denk dus goed na voordat je in een lokale bus stapt. Wij hebben meerdere ritten met deze kleurrijke bussen gemaakt en dat ging gelukkig altijd goed, al zaten we soms half dubbelgevouwen met onze backpacks op schoot, terwijl er keiharde Hindi-muziek uit de speakers schalde. Inderdaad, een avontuur, zoals ik al zei. Deze bussen kosten maar een paar euro voor honderden kilometers, dus ze zijn zeker voor budgetreizigers een aantrekkelijke optie.

Excursies en uitjes

Onze best bestede uitgave qua excursies was de trekking die wij hebben gemaakt, in de bergen bij Pokhara. We hebben gekozen voor de minder bekende Panchase-trek, omdat we graag een route wilden lopen zonder drommen toeristen. En ook omdat de Panchase-trek maar vier dagen duurt, terwijl veel andere wandelingen langer duren. Ik hou van wandelen, het leek ons ook leuk om een meerdaagse trekking te doen, maar ik hou niet van afzien en het leek me echt helemaal niks om zes dagen lang helemaal kapot te gaan tijdens een zware trek. Noem me een mietje, maar ik vind een fysiek zware trekking nu eenmaal niet leuk. De Panchase-trek was gelukkig precies goed voor ons en we hebben hier echt van genoten. We hebben een privé-gids geregeld en droegen zelf onze bagage, een klein dagrugzakje met wat kleding, snacks, een slaapzak en fotospullen. De trek kostte €23 per persoon per dag, inclusief drie maaltijden per dag en overnachtingen in simpele berghutjes. Jeetje mina jongens, dat is toch geen geld?

Een andere excursie waarmee we flink uit de band zijn gesprongen, is paragliden in Pokhara. Wowwwww wat was dat gaaf! Voor €70 per persoon vlogen we met een instructeur van de berg af, over het meer van Pokhara, met uitzicht op besneeuwde bergtoppen in de omgeving. Een aanrader!

Wel of niet naar Nepal nu?

Ik heb getwijfeld of ik dit artikel over Nepal nu zou schrijven, omdat het land drie maanden geleden natuurlijk geraakt is door een vreselijke, verwoestende aardbeving. Echter, de Nepalese regering heeft hard gewerkt om het land weer up-and-running te krijgen voor toeristen. Natuurlijk zie je links en rechts nog de gevolgen van de beving, maar toeristen kunnen op dit moment weer gewoon reizen, trekkings maken, neushoorns spotten in de jungle van Chitwan en genieten van het lekkere eten. Juist door weg te blijven, wordt het land nog veel harder geraakt, want ze kunnen de toeristendollars goed gebruiken. Reisblogster Laura van What About Her schreef er een prachtig blog over: Waarom je juist nu naar Nepal zou moeten reizen. Nepal is weer open voor toeristen, namaste!

P.S. Yesss, het voornemen uit mijn vorige post is dus gelukt: ik heb een artikel geschreven en gepost over een van mijn vorige reizen, terwijl we hier in Bolivia zijn. En nu volhouden… :-)